Nieuwe beleidsregel
Cultuurhistorie en landschap
Op 15 december 2020 stelden de colleges van B&W van de gemeenten Waadhoeke en Harlingen een nieuwe beleidsregel vast. De beleidsregel hoort bij hun bestemmingsplannen. Deze beleidsregel verduidelijkt het gemeentelijk beleid voor de bescherming van cultuurhistorische en landschappelijke waarden. Denk bijvoorbeeld aan terpen en kwelderwallen. De afgelopen tijd zijn er vragen gesteld en zorgen geuit over deze nieuwe beleidsregel. Daarom leggen we graag uit wat het inhoudt, en waarom deze nieuwe beleidsregel belangrijk is binnen gebiedsontwikkeling Franekeradeel-Harlingen.
Wettelijke herverkaveling
Onderdeel van het gebiedsontwikkelingsproject is een wettelijke herverkaveling, waar u op pagina 6 meer over kunt lezen. Bij deze herverkaveling krijgen flink wat grondeigenaren door ruiling andere landbouwpercelen toegedeeld. Soms zijn die percelen al helemaal naar wens, maar soms zijn er ook nog aanpassingen nodig. De Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) stelt namelijk dat toegedeelde percelen gelijkwaardig aan de ingebrachte percelen moeten worden gemaakt. Als een grondeigenaar bijvoorbeeld eerder drie grote percelen gebruikte en nu zes kleinere percelen toegedeeld krijgt, dan geldt bijvoorbeeld dat sloten gedempt mogen worden of dat er een extra toegangsdam mag komen zodat de percelen goed bereikbaar zijn.
Knelpunten landbouw-landschap/cultuurhistorie
In veel gevallen kunnen percelen zo aangepast worden, maar het komt ook voor dat er vanuit het bestemmingsplan van de gemeenten beperkingen zijn. Dat komt bijvoorbeeld doordat er op een landbouwperceel belangrijke cultuurhistorische of landschappelijke waarden zijn. Denk aan terpen waarin archeologische waarden voorkomen, of aan typerende bolle percelen (ook wel kruinige percelen) die vroeger en ook nu nog voor een goede afwatering zorg(d)en. Wanneer er zo’n beperking geldt, kunnen de aanpassingen vaak niet plaatsvinden. Gemeenten verlenen er geen vergunning voor. In zulke situaties botsen de belangen tussen landbouw met die van landschap en cultuurhistorie. Volgens de Wilg zijn er aanpassingen nodig, volgens de bestemmingsplannen kan dat niet. En de bestemmingsplannen gaan boven de Wilg. Om goed om te gaan met deze situaties en oplossingen te zoeken, is de beleidsregel gemaakt.
Onderzoek beleidsregel
Die beleidsregel is gemaakt door beide gemeenten en in overleg met de bestuurscommissie. De beleidsregel geeft voor de bestemmingsplannen aan hoe de B&W’s omgaan met hun bevoegdheden om af te wijken binnen de landschappelijke en cultuurhistorische bestemming. Gedurende anderhalf
jaar is hiervoor uitgebreid onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van
landschappelijke en cultuurhistorische waarden, inclusief veldonderzoek.
Daaruit is een preciezer beeld ontstaan van de situatie in het veld, van te beschermen landschappelijke en cultuurhistorische waarden en mogelijke knelpunten in de wettelijke herverkaveling.
Twee beschermingsniveaus
De beleidsregel maakt bij de bescherming van cultuurhistorische of landschappelijke waarden een onderscheid. Hiervoor zijn A- en B-gebieden benoemd en op kaart gezet. Voor percelen in A-gebieden geldt een strikte bescherming. Bijvoorbeeld kruinige percelen, terpen en oude state- en kloosterterreinen. In B-gebieden kan een mindere bescherming volstaan, maar blijft de basisbescherming van bijvoorbeeld kwelderwallen en verkavelingspatronen overeind. Bij B-gebieden gaat het om gebieden waar de landschappelijke waarden geringer zijn. De beleidsregel verandert niets aan de bestemmingsplannen.
Bescherming op maat
De beleidsregel, waaronder het indelen van de A en B gebieden, zorgt voor meer duidelijkheid en onderbouwing voor de vergunningverlening. De regel helpt bij het maken van keuzes bij de herverkaveling. Maar is uiteraard allereerst een blijvend kader bij afwegingen voor toekomstige vergunningverleningen. De bestuurscommissie heeft voor elf situaties bij de verkaveling oplossingen op maat gemaakt. Daarbij is een goede balans gevonden tussen de belangen van landbouw en landschap en cultuurhistorie. Zo kan de verkaveling zo goed mogelijk worden afgerond, met verbeteringen voor voor landschap en cultuurhistorie. Meerdere terpen en kruinige percelen worden beter beschermd, door bijvoorbeeld het betalen van vergoedingen aan grondeigenaren of door aankoop door de provincie Fryslân.