Hoe ontstaat bodemdaling door zoutwinning?
Steenzout ‘kruipt’ met name bij hogere temperaturen op grotere diepte. Als je ergens zout weghaalt, dan kruipt het zout dat daaromheen zit richting de ontstane holte (caverne). Voor iedere kubieke meter die naar boven wordt gehaald, kruipt ook weer nieuw zout toe. Op de diepte van de zoutwinning in Barredeel (ongeveer 2500 meter) is de temperatuur zo hoog (ongeveer 100 graden celsius),dat het zout snel kruipt en er na een paar jaar evenveel zout de holte invloeit als er wordt opgelost.
De bodemdaling door zoutwinning vindt daarom geleidelijk plaats en is bovendien goed te voorspellen. Zodra de zoutwinning stopt en de druk in de caverne weer oploopt tot de oorspronkelijke druk, dan stopt ook direct dat kruipproces. En daarmee: de bodemdaling. Dit proces is met GPS-metingen aan het oppervlak duidelijk in beeld te brengen en te volgen (figuur 5).
Figuur 5. Meetresultaten van het Barradeel GPS-meetstation